Houtaantastende insecten.

De meest voorkomende droog houtboorders in onze panden zijn de gewone houtworm, de grote houtworm en de boktor. Vooral de boktorlarven kunnen de bouwkundige staat en constructie van een pand dermate aantasten, dat een bestrijding niet meer kan worden uitgevoerd en alleen volledig vernieuwing nog een goed alternatief is.

Ei-larve-pop-imago

De larve van de houtwormkever, die uit het eitje komt, begint direct aan het hout te knagen. Het is dus de larve die de schade aanricht. Deze larve leeft ± 3 jaar in het hout, om zich daarna in het vroege voorjaar te verpoppen, net onder de oppervlakte van het hout. In de pop ontstaat het houtwormkevertje. Dit beestje drukt zich uit de pop door het laatste flinterdunne laagje hout, waarbij de typische ronde gaatjes ontstaan. Eenmaal op het hout aanwezig zoeken de mannetjes en de vrouwtjes elkaar op om te paren. Het vrouwtje legt hierna de eitjes, de kevertjes sterven en de cyclus is rond.

Voor de huisboktor geldt vrijwel hetzelfde, met dit verschil dat de larve wel tot 12 jaar in het hout kan leven, veel groter van formaat is en dus veel meer schade aanricht. De klopkever onderscheidt zich, doordat de paring en het leggen van de eitjes binnen in het hout kunnen plaatsvinden. Bij aantasting door de gewone houtworm is het voldoende om het te behandelen hout goed af te borstelen. Eventueel zwaarder aangetaste delen kunnen met een staalborstel behandeld worden. Hierna kan het met water verdunde bestrijdingsmiddel worden aangebracht. Dit gebeurt door een bespuiting onder druk. Het insecticide dringt diep door in het hout, alwaar de larven gedood worden. Het hout moet vrij moet zijn van verf en waslagen.

De Huisboktor.

De huisboktor heeft zich gedurende de laatste decennia in ons land ontwikkeld tot één van de schadelijkste houtvernielende insecten. De larven van deze kever, die meerdere jaren in het hout leven, tasten vooral het hout van schuren en huizen aan, in het bijzonder het dakbeschot en de dikke steunbalken van de daken. De schade kan soms zodanig zijn, dat de draagkracht van het aangetaste hout aanzienlijk vermindert.

Uiterlijk en leefwijze.

De kevers verschijnen doorgaans van mei tot augustus en zijn 8-25 mm lang, waarbij het mannetje duidelijk kleiner is dan het vrouwtje. Ze zijn grijs tot zwart, ook wel donkerbruin van kleur. Kort na de paring legt het wijfje 140 tot 200 eieren in naden en spleten van het hout of in oude gangen nabij de uitvliegopeningen. De larven, die na enige tijd uitkomen, boren zich in het hout en houden zich in het begin dicht onder de oppervlakte op; naarmate ze ouder worden gaan ze dieper het hout in.

In de winter houden ze zich in onverwarmde ruimten stil in hun gangen en vreten niet of nauwelijks. Vooral in de zomer kan men ze horen knagen. De verpopping geschiedt in het voorjaar. De larve maakt hiervoor een
verpoppingholte in het hout. In de regel wordt ook de toekomstige uitgang naar buiten reeds voor de verpopping uitgeknaagd. Er blijft slechts een zeer dun laagje hout aanwezig, waarna de kever later de uitvliegopening uitknaagt.

Schade.

Vaak worden dakconstructies aangetast, waarbij zelfs dikke balken in een aantal jaren nagenoeg geheel worden verpulverd. De huisboktor tast uitsluitend het naaldhout aan. Bij grenen en larikshout wordt bij voorkeur het spinthout aangetast, doch bij vurenhout ook het kernhout. Het houtoppervlak is vaak rimpelig door de druk uit de boorgangen op het dunne fineerlaagje, dat nog intact is gebleven. De boorgangen zijn aanvankelijk recht, daarna kronkelend en tot ca. 4.5 mm breed. Het boormeel ziet men vaak als cilindrische deeltjes. Bij een actieve aantasting komt dit boormeel uit gangen en gaten omlaag.

Vaststellen van de aantasting.

Wanneer men vermoedt dat hout is aangetast door larven van de huisboktor, dient men o.m. op het volgende te letten:

Bij warm zonnig weer kan men grotere larven in het hout horen knagen;

Na verloop van tijd kan men ovale uitvliegopeningen aantreffen.

Als men met bijvoorbeeld een priem, beitel of schroevendraaier in aangetast hout prikt, kan men gemakkelijk de gangen blootleggen, die de larven vlak onder het oppervlak van het hout hebben “uitgeknaagd”. De gangen zijn gevuld met “boormeel” (vermalen houtpartikeltjes).

Wering.

Hout kan men preventief behandelen tegen een aantasting door huisboktor (voor zover niet reeds eitjes of larven in het hout aanwezig zijn) met verf, vernis, beits of lak. Als het hout rondom is voorzien van een goed dekkende laag, is het beschermd tegen aantasting door de huisboktor.

Bestrijding.

Alvorens met een bestrijdingsmiddel het hout te behandelen, dienen de boorgangen te worden opengelegd en moet het boormeel, bijvoorbeeld met een stofzuiger zoveel mogelijk worden verwijderd. Ten aanzien van ernstig aangetaste houten balken, waarvan de draagkracht aanzienlijk is verminderd, kan worden overwogen of zij dienen te worden vervangen.

Het heeft geen zin om geverfd hout te behandelen; aangebrachte verf-, beits- of waslagen dienen daarom eerst met een krabber of staalborstel te worden verwijderd. Middelen op basis van cyfluthrin, deltamethrin of permethrin (kant en klare producten) zijn deugdelijk voor de bestrijding van houtaantastende insecten en weinig giftig voor zoogdieren. De middelen kunnen worden aangebracht met behulp van een z.g.h. lage druk spuit (ca. 1,5 atm) waarbij een grove druppel ontstaat, die het hout zichtbaar bevochtigt.

Voor een vrijblijvende offerte voor een inspectie klikt u hier.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Dit is een verplicht veld
Dit is een verplicht veld
Geef een geldig e-mailadres op.